dinsdag 18 november 2025

Jaarringen die zingen

Averechts

Wat is er in mijn hand gevaren

dat mij voor mijzelf onleesbaar maakt,

verwrongen staart het schrift mij aan.



Een ander heeft het woord genomen

schrijft tegen de letters in, een averechts

gedicht stijgt naar het oppervlak.



Zoals jaarringen zwijgen in een boom

totdat zij, door de bijl bevrijd, rond

gaan zingen in ontwortelde tijd.



Saskia en Leen zagen deze boomschijf met gedichtstrofe in Paleis het Loo. Even googlen leverde het volledige gedicht op, dat volgens Saskia gaat over wat onverwacht tevoorschijn kan komen, in dit geval al schrijvend.

Het gedicht is van J. Bernlef uit zijn dichtbundel 'Vreemde wil' (1994).

Bij de dichtbundel schrijft hij zelf: “Uitvindingen vinden bij mij plaats vanuit de poëzie, omdat een gedicht toch directer, schetsmatiger is. Poëzie is voor mij de kern van waaruit mijn andere werk zich heeft ontwikkeld.”

Oftewel, zich zingend bevrijdt.