donderdag 27 mei 2021

Fantoomstromen

Foto internet; we hebben er geen
van de echte fantoomboom

Op 29 januari 2009 schreef Saskia op haar toenmalige weblog:
De eerste rij populieren langs het dwarspad is ten prooi gevallen aan de kennelijk noodzakelijke bosuitdunning van het Balijbos. Ook ‘mijn’ boom heeft er aan moeten geloven.... Nu is er slechts een vlak bij de grond afgezaagde boomstomp van hem over, en het wortelstelsel.
Ik heb een rondje gelopen dicht om wat eens de boom was. Verbeeldde me dat ik nog een zekere energie voelde vanuit de wortels. Toen ging ik in een impuls voorzichtig op de afgezaagde doorsnede staan. Ik bevond me waar de stam was geweest, maar nu een ijlheid voelbaar was. Zelf voelde ik me ook ongelofelijk licht worden: gedragen, opgetild. Alsof ik doorzichtig werd, even samenviel met de niet-boom die daar stond, de fantoomboom.


Een paar dagen later liepen Saskia en Yvon samen langs de voormalige bomenrij. Yvon ging even op de stronk van een andere omgehakte boom staan, en zei een heel andere energie te voelen, meer benedenwaarts gericht. Toen ruilden ze van plek. En het merkwaardige was: Yvon voelde nu de ijlheid van Saskia’s fantoomboom, en Saskia merkte dat die van Yvon echt een heel andere kracht uitstraalde.
Ze schreef hierover: Dat zelfs niet-bomen ‘spreken’, hun eigen rol spelen in een rij van soortgenoten, dat wisten wij niet. Hoe lang zal dit merkbaar blijven, hoe lang duurt het voor de taal van de voormalige bomen is verdwenen? Of blijft het wortelstelsel levend, verbonden, ondergronds de communicatie voortzettend die bovengronds is weggehakt?

maandag 24 mei 2021

Was mich bewegt

Men moet de dingen
de eigen stille
ongestoorde ontwikkeling laten
die diep van binnen komt.
Die door niets gedwongen of versneld
kan worden.

Alles in het leven is groeien
en vormt zich,
rijpt zoals de boom,
die zijn sapstroom niet stuwt
en rustig in de lentestormen staat,
zonder de angst
dat er straks geen zomer zal komen.
Die zomer komt toch!

Maar slechts voor de geduldigen
die leven alsof de eeuwigheid voor hen ligt,
zorgeloos,
stil en weids.

Men moet geduld hebben
met onopgeloste zaken in het hart
en proberen de vragen zelf te koesteren
als gesloten kamers
en als boeken
die in een zeer vreemde taal geschreven zijn.
Het komt erop aan alles te leven.
Als je de vragen leeft,
leef je misschien langzaam maar zeker,
zonder het te merken,
op een goede dag
het antwoord in.


Rainer Maria Rilke (1875-1926)